Ik heb u immers uit het land Egypte geleid,u verlost uit het slavenhuis.Ik heb Mozes, Aäron en Mirjamvóór u uit gezonden.
Mijn volk, denk toch aan wat Balak, de koning van Moab, beraamde,en wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde,aan wat er gebeurd is van Sittim tot Gilgal,opdat u de gerechtigheid van de HEERE kent.
Waarmee zal ik de HEERE tegemoet gaanen mij buigen voor de hoge God?Zal ik Hem tegemoet gaan met brandoffers,met eenjarige kalveren?
Luister toch naar wat de HEERE zegt:Sta op, roep de bergen ter verantwoording,laat de heuvels uw stem horen.
Luister, bergen, naar de rechtszaak van de HEERE,ook u, vaste fundamenten van de aarde.De HEERE heeft immers een rechtszaak met Zijn volk,Hij voert een rechtszaak tegen Israël.
Mijn volk, wat heb Ik u aangedaan?Waarmee heb Ik u vermoeid?Getuig tegen Mij!
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.