1. Hij zal Vrede zijn.Wanneer Assur in ons land zal komenen wanneer hij onze paleizen zal betreden,zullen wij tegen hem zeven herders doen opstaanen acht vorsten uit de mensen.
  2. Zij zullen het land van Assur weiden met het zwaard,het land van Nimrod met getrokken zwaarden.Zo zal Hij ons redden van Assur,wanneer die in ons land zal komenen wanneer die ons gebied zal betreden.
  3. Het overblijfsel van Jakob zal zijnte midden van vele volkenals dauw van de HEERE,als regendruppels op het gewas,dat niet uitziet naar iemanden niet hoopt op mensenkinderen.
  1. En u, Bethlehem-Efratha,al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda,uit u zal Mij voortkomenDie een Heerser zal zijn in Israël.Zijn oorsprongen zijn van oudsher,van eeuwige dagen af.
  2. Daarom zal Hij hen overgeventot de tijd dat zij die baren zal, gebaard heeft.Dan zal de rest van Zijn broeders zich bekeren,met de Israëlieten.
  3. Hij zal staan en hen weiden in de kracht van de HEERE,in de majesteit van de Naam van de HEERE, Zijn God.Zij zullen veilig wonen, want nu zal Hij groot zijntot aan de einden van de aarde.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.