1. Hij heeft Zijn boog gespannen als een vijand, dalethZijn rechterhand in de aanslagals een tegenstander; Hij dooddealle voor het oog begerenswaardige dingen.In de tent van de dochter van Sionheeft Hij Zijn grimmigheid als een vuur uitgestort.
  2. De Heere is als een vijand geworden.heHij heeft Israël verslonden,al haar paleizen heeft Hij verslonden,haar vestingen te gronde gericht:Hij vermeerderde bij de dochter van Judageklag en geklaag.
  3. Hij heeft als in een tuin Zijn hut met geweld omvergehaald, wawHij heeft Zijn plaats van samenkomst te gronde gericht;De HEERE heeft in Sion laten vergetenfeestdag en sabbat.Hij heeft in Zijn grimmige toorn verworpenkoning en priester.
  1. Hoe heeft de Heere in Zijn toornalephde dochter van Sion in wolken gehuld.Hij heeft vanuit de hemel ter aarde geworpende luister van Israël;en Hij heeft aan de voetbank van Zijn voeten niet gedachtop de dag van Zijn toorn.
  2. De Heere heeft verslonden, Hij heeft niet gespaard, bethalle woningen van Jakob;Hij heeft in Zijn verbolgenheidde vestingen van de dochter van Juda met de grond gelijkgemaakt.Hij heeft ze met de grond in aanraking doen komen,Hij heeft het koninkrijk en zijn vorsten ontheiligd.
  3. In brandende toorn heeft Hij gimelheel de hoorn van Israël stukgebroken.Hij heeft Zijn rechterhand naar achteren toe getrokkenin het zicht van de vijand.Hij is tegen Jakob ontbrand als een vlammend vuur,dat naar alle kanten verteert.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.