1. Ik zou de rechtszaak voor Zijn aangezicht uiteenzetten,en ik zou mijn mond vullen met mijn verdediging.
  2. Ik zou de woorden weten die Hij mij zou antwoorden;en ik zou begrijpen wat Hij tegen mij zou zeggen.
  3. Zou Hij een rechtszaak tegen mij voeren met de grootheid van Zijn kracht?Nee, maar Híj zou acht op mij slaan.
  1. Maar Job antwoordde en zei:
  2. Ook vandaag is mijn klacht opstandigheid,mijn hand drukt zwaar op mijn zuchten.
  3. Och, wist ik maar dat ik Hem zou vinden,dan zou ik naar Zijn woonplaats toe komen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.