1. Ze duwen de armen van de weg;tezamen verbergen zich de ellendigen van het land.
  2. Zie, zij zijn wilde ezels in de woestijn,zij trekken uit naar hun werk.Zij zoeken ijverig naar eten,de wildernis is voor hem en voor de kinderen tot voedsel.
  3. Op het veld oogsten zij zijn voer,en de wijngaard van de goddeloze plukken zij leeg.
  1. Waarom zijn de tijden niet verborgen voor de Almachtige,terwijl zij die Hem kennen, Zijn dagen niet zien?
  2. Er zijn mensen die grenzen aantasten;zij roven een kudde en weiden die.
  3. De ezel van de wezen drijven ze weg;het rund van een weduwe nemen ze in onderpand.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.