1. Is het omdat je godvrezend bent dat Hij je bestraft,dat Hij met je in het gericht komt?
  2. Is je slechtheid niet groot,en zijn je ongerechtigheden niet eindeloos?
  3. Want je hebt zonder reden van je broeders een onderpand genomen,en je hebt de kleding van naakten uitgetrokken.
  1. Toen antwoordde Elifaz, de Temaniet, en zei:
  2. Zou een man God tot nut zijn?Maar voor zichzelf zal de verstandige tot nut zijn.
  3. Is het een vreugde voor de Almachtige dat jij rechtvaardig bent;of winst dat jij je wegen vervolmaakt?
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.