1. Besnijd u voor de HEEREen doe de voorhuid van uw hart weg,mannen van Juda en inwoners van Jeruzalem;anders zal Mijn grimmigheid uitslaan als een vuuren branden zonder dat iemand kan blussen,vanwege uw slechte daden.
  2. Maak het in Juda bekend,laat het in Jeruzalem horen en zeg:Blaas de bazuin in het land,roep luidkeels en zeg:Verzamel u, en laten we gaannaar de versterkte steden.
  3. Hef de banier omhoog naar Sion,breng u in veiligheid, sta niet stil,want Ik ga onheil brengen vanuit het noorden,een grote ramp!
  1. Als u zich bekeert, Israël, spreekt de HEERE,bekeer u dan tot Mij,en als u uw afschuwelijke afgoden wegdoet van voor Mijn aangezicht,en niet meer rondzwerft,
  2. en als u zweert: Zo waar de HEERE leeft, in waarheid,in recht en in gerechtigheid,dan zullen de heidenvolken zich in Hem zegenenen zich in Hem beroemen.
  3. Want zo zegt de HEEREtegen de mannen van Juda en tegen Jeruzalem:Ploeg voor uzelf ongeploegd land om!Zaai niet tussen de dorens.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.