1. Dit heeft de Heere HEERE mij laten zien, en zie, de Heere HEERE riep uit dat Hij een rechtszaak wilde voeren door middel van vuur. Het verslond de grote watervloed. Ook verslond het een stuk land.
  2. Toen zei ik: Heere HEERE, houd toch op! Hoe zou Jakob staande kunnen blijven? Hij is immers klein!
  3. Toen kreeg de HEERE hier berouw over. Ook dit zal niet gebeuren, zei de Heere HEERE.
  1. Dit heeft de Heere HEERE mij laten zien, en zie, Hij formeerde sprinkhanen toen het nagras begon op te komen; let wel, nagras, nadat er voor de koning gemaaid is.
  2. En het gebeurde, toen ze het opvreten van het gewas van het land voltooid hadden, dat ik zei: Heere HEERE, vergeef toch! Hoe zou Jakob staande kunnen blijven? Hij is immers klein!
  3. Toen kreeg de HEERE hier berouw over. Het zal niet gebeuren, zei de HEERE.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.