1. Pnuel was de vader van Gedor, en Ezer de vader van Husah. Dit zijn de zonen van Hur, de eerstgeborene van Efratha, de vader van Bethlehem.
  2. Assjur, de vader van Tekoa, had twee vrouwen: Hela en Naära.
  3. Naära baarde hem Ahuzzam, Hefer, Temeni en Haähastari. Dit zijn de zonen van Naära.
  1. De zonen van Juda waren Perez, Hezron, Charmi, Hur en Sobal.
  2. Reaja, de zoon van Sobal, verwekte Jahath, en Jahath verwekte Ahumai en Lahad. Dit zijn de geslachten van de Zorathieten.
  3. Dit waren de zonen van Hur, de vader van Etam: Jizreël, Jisma en Jidbas. De naam van hun zuster was Hazelelponi.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.