1. En Hij zei tegen hem: Loop snel, spreek tot die jongeman en zeg:Jeruzalem zal niet ommuurd blijven,vanwege de veelheid aan mensen en dieren in haar midden.
  2. En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE,een muur van vuur rondom,en Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn.
  3. O, o, vlucht dan uit het land van het noorden!spreekt de HEERE,want Ik heb u verspreidover de vier windstreken van de hemel,spreekt de HEERE.
  1. Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, er was een Man met een meetsnoer in Zijn hand.
  2. Toen zei ik: Waar gaat U heen? Hij zei tegen mij: Ik ga Jeruzalem opmeten om te zien hoe groot zijn breedte en hoe groot zijn lengte zal zijn.
  3. En zie, de Engel Die met mij sprak, trad naar voren en een andere engel trad Hem tegemoet.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.