1. Wees niet als uw vaderen, tot wie de vroegere profeten gepredikt hebben: Zo zegt de HEERE van de legermachten: Bekeer u toch van uw slechte wegen en van uw slechte daden. Maar zij luisterden niet en sloegen geen acht op Mij, spreekt de HEERE.
  2. Uw vaderen, waar zijn zij?En de profeten, leven zij voor eeuwig?
  3. Maar Mijn woorden en Mijn verordeningen,die Ik Mijn dienaren, de profeten, geboden had,hebben die uw vaderen niet getroffen, zodat zij zich bekeerden?Zij zeiden: Zoals de HEERE van de legermachten Zich voorgenomen had met ons te doen, overeenkomstig onze wegen en onze daden, zo heeft Hij met ons gedaan.
  1. In de achtste maand, in het tweede jaar van Darius, kwam het woord van de HEERE tot Zacharia, de zoon van Berechja, de zoon van Iddo, de profeet:
  2. De HEERE is zeer toornig geweest op uw vaderen.
  3. Daarom, zeg tegen hen: Zo zegt de HEERE van de legermachten:Keer terug naar Mij,spreekt de HEERE van de legermachten,dan zal Ik naar u terugkeren,zegt de HEERE van de legermachten.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.