HEERE, toen U uittrok uit Seïr,toen U voortschreed uit het veld van Edom,beefde de aarde, ook droop de hemel,ook dropen de wolken van water.
De bergen vloeiden weg van voor het aangezicht van de HEERE,zelfs de Sinaï, van voor het aangezicht van de HEERE, de God van Israël.
In de dagen van Samgar, de zoon van Anath,in de dagen van Jaël, lagen de wegen verlaten,en zij die de paden bewandelden,gingen kronkelwegen.
Toen zong Debora met Barak, de zoon van Abinoam, op die dag:
Nu de leiders in Israël de leiding hebben genomen,nu het volk zich vrijwillig gegeven heeft,loof de HEERE!
Luister, koningen, hoor mij aan, vorsten!Ik wil, ja, ik wil voor de HEERE zingen.Ik wil psalmen zingen voor de HEERE,de God van Israël.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.