1. Kom, zeiden zij, laten wij hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijnen aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt.
  2. Want samen hebben zij in hun hart beraadslaagd;dezen hebben een verbond tegen U gesloten:
  3. de tenten van Edom en de Ismaëlieten,Moab en de Hagrieten,
  1. O God, zwijg niet, houd U niet doof,wees niet stil, o God!
  2. Want zie, Uw vijanden tieren,wie U haten, steken hun hoofd omhoog.
  3. Zij beramen listig een heimelijke aanslag tegen Uw volken beraadslagen tegen Uw beschermelingen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.