1. Zij hebben vurig vergif, het lijkt op vurig slangengif;zij zijn als een dove adder, die zijn oren dichtstopt,
  2. die niet wil luisteren naar de stem van de bezweerder,van hem die kundig bezweringen doet.
  3. O God, breek hun tanden in hun mond;breek de hoektanden van de jonge leeuwen stuk, HEERE.
  1. Spreekt u werkelijk recht, raad van rechters?Oordeelt u billijk, mensenkinderen?
  2. Veeleer bedrijft u onrecht in uw hart;uw handen wegen geweld af op de aarde.
  3. De goddelozen zijn van God vervreemd vanaf de baarmoeder;de leugenaars dwalen vanaf de moederschoot.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.