1. In God prijs ik Zijn woord,op God vertrouw ik, ik vrees niet;wat zou een schepsel mij kunnen doen?
  2. De hele dag verdraaien zij mijn woorden;al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade.
  3. Zij scholen samen, zij verbergen zich;zij letten op mijn voetstappen,omdat zij loeren op mijn leven.
  1. Wees mij genadig, o God, want de sterveling wil mij opslokken;de hele dag onderdrukt mij de bestrijder.
  2. Mijn belagers willen mij de hele dag opslokken,want ik heb veel bestrijders, o Allerhoogste!
  3. Op de dag dat ik vrees,vertrouw ík op U.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.