1. Welzalig de mandie op de HEERE zijn vertrouwen stelt,en zich niet wendt tot wie hoogmoedig zijnof afdwalen naar leugen.
  2. HEERE, mijn God, veel zijn Uw wonderen, die Ú hebt gedaan,en Uw gedachten, die U over ons hebt.Men kan ze voor U niet uiteenzetten.Zou ik ze verkondigen en uitspreken,dan zijn ze zó machtig veel dat ik ze niet kan tellen.
  3. U hebt geen vreugde gevonden in slachtoffer en graanoffer,U hebt Mijn oren doorboord;brandoffer en zondofferhebt U niet geëist.
  1. Lang heb ik de HEERE verwacht,en Hij boog Zich naar mij toe en hoorde mijn hulpgeroep.
  2. Hij beurde mij op uit een kuil vol kolkend water,uit modderig slijk;Hij zette mijn voeten op een rotsen maakte mijn schreden vast.
  3. Hij legde mij een nieuw lied in de mond,een lofzang voor onze God.Velen zullen het zien en vrezen,en op de HEERE vertrouwen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.