Ik keek aan mijn rechterhand en zie,er was niemand die naar mij omzag;voor mij was de mogelijkheid tot ontvluchten verloren,niemand zorgde voor mijn ziel.
Tot U roep ik, HEERE.Ik zeg: U bent mijn toevlucht,mijn deel in het land der levenden.
Sla acht op mijn roepen,want ik ben volkomen uitgeteerd;red mij van mijn vervolgers,want zij zijn machtiger dan ik.
Met mijn stem roep ik tot de HEERE,met mijn stem smeek ik de HEERE.
Ik stort mijn klacht uit voor Zijn aangezicht,ik maak voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid bekend.
Toen mijn geest in mij bezweek,kende Ú mijn pad.Zij hebben een strik voor mij verborgenop de weg die ik gaan zou.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.