1. Hun afgoden zijn zilver en goud,het werk van mensenhanden:
  2. zij hebben een mond, maar spreken niet;zij hebben ogen, maar zien niet;
  3. zij hebben oren, maar horen niet;zij hebben een neus, maar ruiken niet;
  1. Niet ons, HEERE, niet ons,maar geef Uw Naam eer,om Uw goedertierenheid, om Uw trouw.
  2. Waarom zouden de heidenvolken zeggen:Waar is toch hun God?
  3. Onze God is immers in de hemel,Hij doet al wat Hem behaagt.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.