1. De bergen smelten onder Hem weg,de dalen splijtenals was voor het vuur,als water dat langs een helling vloeit.
  2. Dit alles is om de overtreding van Jakoben om de zonden van het huis van Israël.Wie is de overtreding van Jakob?Is het niet Samaria?En wie zijn de offerhoogten van Juda?Is het niet Jeruzalem?
  3. Daarom maak Ik van Samaria een puinhoop in het veld,een plek voor het planten van een wijngaard.Ik stort haar stenen in het dal,en haar fundamenten leg Ik bloot.
  1. Het woord van de HEERE dat kwam tot Micha uit Moreset, in de dagen van Jotham, Achaz en Jehizkia, de koningen van Juda, en dat hij gezien heeft over Samaria en Jeruzalem.
  2. Luister, volken, allemaal!Sla er acht op, aarde, met al wat u bevat!En laat de Heere HEERE Getuige tegen u zijn,de Heere, uit Zijn heilige tempel.
  3. Want zie, de HEERE komt uit Zijn woonplaats,Hij daalt af en treedt op de hoogten van de aarde.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.