1. want Johannes had tegen hem gezegd: Het is u niet geoorloofd haar te hebben.
  2. En hij wilde hem doden, maar hij was bevreesd voor de menigte, omdat zij hem voor een profeet hielden.
  3. Maar toen de verjaardag van Herodes gevierd werd, danste de dochter van Herodias in hun midden, en zij behaagde Herodes.
  1. In die tijd hoorde Herodes, de viervorst, het gerucht over Jezus,
  2. en hij zei tegen zijn knechten: Dat is Johannes de Doper; hij is opgewekt uit de doden, en daarom zijn die krachten werkzaam in hem.
  3. Herodes had Johannes immers gevangengenomen, hem geboeid en in de gevangenis gezet, vanwege Herodias, de vrouw van zijn broer Filippus,
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.