1. De doop van Johannes, was die uit de hemel of uit de mensen?
  2. Zij nu overlegden onder elkaar en zeiden: Als wij zeggen: Uit de hemel, dan zal Hij zeggen: Waarom hebt u hem dan niet geloofd?
  3. Maar als wij zeggen: Uit de mensen, dan zal heel het volk ons stenigen, want het is ervan overtuigd dat Johannes een profeet was.
  1. Het gebeurde op een van die dagen, toen Hij in de tempel het volk onderwees en het Evangelie verkondigde, dat de overpriesters en de schriftgeleerden met de oudsten daarbij kwamen staan.
  2. En zij zeiden tegen Hem: Zeg ons met welke bevoegdheid U deze dingen doet, of wie het is die U deze bevoegdheid heeft gegeven.
  3. En Hij antwoordde en zei tegen hen: Ik zal u ook één vraag stellen. Zeg Mij eens:
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.