1. U mag u niet tot de afgoden wenden en voor uzelf geen gegoten goden maken. Ik ben de HEERE, uw God.
  2. Wanneer u nu een dankoffer aan de HEERE brengt, moet u dat zo brengen dat u voor Hem welgevallig bent.
  3. Op de dag van uw offer en op de volgende dag mag het gegeten worden, maar wat tot de derde dag overblijft, moet met vuur verbrand worden.
  1. De HEERE sprak tot Mozes:
  2. Spreek tot heel de gemeenschap van de Israƫlieten, en zeg tegen hen: Heilig moet u zijn, want Ik, de HEERE, uw God, ben heilig.
  3. Ieder moet ontzag hebben voor zijn moeder en zijn vader en Mijn sabbatten in acht nemen. Ik ben de HEERE, uw God.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.