1. Hoor het woord van de HEERE, huis van Jakoben alle geslachten van het huis van Israël:
  2. Zo zegt de HEERE:Wat voor onrecht hebben uw vaderen in Mij gevonden,dat zij zich ver van Mij hebben gehouden,dat zij achter nietige dingen zijn aan gegaan– en zelf nietig zijn geworden –
  3. dat zij niet zeiden: Waar is de HEERE,Die ons uit het land Egypte geleid heeft,Die ons in de woestijn deed gaan,in een land van wildernis en kuilen,in een land van dorheid en schaduw van de dood,in een land waar niemand doorheen troken waar geen mens woonde?
  1. Het woord van de HEERE kwam tot mij:
  2. Ga ten aanhoren van Jeruzalem prediken: Zo zegt de HEERE:Ik denk aan u, aan de genegenheid van uw jeugd,aan de liefde van uw bruidsdagen,toen u achter Mij aan ging in de woestijn,in een land waarin niet wordt gezaaid.
  3. Israël was heilig voor de HEERE,de eersteling van Zijn opbrengst.Allen die deze opaten, werden schuldig,onheil kwam over hen,spreekt de HEERE.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.