1. En de heerlijkheid van de HEERE kwam het huis binnen via de poort die op het oosten uitzag.
  2. Toen hief de Geest mij op en bracht mij in de binnenste voorhof. En zie, de heerlijkheid van de HEERE had het huis vervuld.
  3. Daarop hoorde ik Iemand uit het huis met mij spreken, terwijl de Man naast mij bleef staan,
  1. Daarop leidde Hij mij naar de poort, de poort die naar het oosten gekeerd was.
  2. En zie, de heerlijkheid van de God van Israël kwam uit de richting van het oosten, en Zijn geluid was als het bruisen van machtige wateren, en de aarde werd verlicht vanwege Zijn heerlijkheid.
  3. En de aanblik van het visioen dat ik zag, was als het visioen dat ik gezien had, toen ik kwam om de stad te gronde te richten. Het waren visioenen als het visioen dat ik aan de rivier de Kebar gezien had. Toen wierp ik mij met het gezicht ter aarde.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.