1. Hij plukte de top met zijn uitlopers af,hij bracht hem in een land van kooplieden,en zette hem in een stad van handelaars.
  2. Hij nam van het zaaigoed van het landen legde het in een zaaiveld.Hij nam het mee naar een plaats waar veel water was,als een wilg plantte hij het.
  3. Toen kwam het op en het werd een wijnstok,breed uitgroeiend, laag van stam,zodat zijn takken naar de arend gericht zouden zijn,terwijl zijn wortels onder hem bleven.Zo werd hij een wijnstok.Hij kreeg rankenen liet twijgen uitlopen.
  1. Het woord van de HEERE kwam tot mij:
  2. Mensenkind, geef een raadsel op en leg een gelijkenis voor aan het huis van Israël,
  3. en zeg: Zo zegt de Heere HEERE:De grote arendmet grote vleugels,lange vlerken,vol veren,en die veel kleuren had,kwam naar de Libanonen nam de kruin van een ceder mee.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.