1. En als u de Jordaan bent overgestoken, moet het zó zijn dat u deze stenen, waarover ik u heden gebied, opricht op de berg Ebal, en dat u ze met kalk bestrijkt.
  2. U moet daar een altaar bouwen voor de HEERE, uw God, een altaar van stenen die u niet met een ijzeren voorwerp mag bewerken.
  3. Van hele stenen moet u het altaar van de HEERE, uw God, bouwen, en daarop brandoffers brengen voor de HEERE, uw God.
  1. En Mozes gebood het volk samen met de oudsten van Israël: Neem al de geboden die ik u heden gebied, in acht.
  2. En op de dag dat u de Jordaan oversteekt naar het land dat de HEERE, uw God, u geeft, moet het zo zijn dat u voor uzelf grote stenen opricht en die met kalk bestrijkt.
  3. U moet alle woorden van deze wet daarop schrijven als u overgestoken bent, opdat u komt in het land dat de HEERE, uw God, u geeft, een land dat overvloeit van melk en honing, zoals de HEERE, de God van uw vaderen, tot u gesproken heeft.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.