Vergeefs op bouwen toegelegd;
Vergeefs, om 't huis voltooid te zien,
Gezwoegd, gezweet, o arbeidsliên,
Zo God Zijn hulp aan 't werk ontzegt.
Vergeefs, o wachters, is uw vlijt,
Zo God niet zelf de stad bevrijdt.
Psalm 93 vers: 1 en 4
De HEER regeert; de hoogste Majesteit,
Bekleed met sterkt', omgord met heerlijkheid,
Bevestigt d' aard', en houdt door Zijne hand
Dat schoon gebouw onwankelbaar in stand.
Uw macht is groot, Uw trouw zal nooit vergaan;
Al wat Gij ooit beloofd hebt, zal bestaan;
De heiligheid is voor Uw huis, o HEER,
Eeuw uit, eeuw in, tot sieraad en tot eer.
Psalm 117 vers: 1
Loof, loof den HEER, gij heidendom;
Gij volken, prijst Zijn naam alom.
Zijn goedheid is, in nood en dood,
Voor ons, Zijn volk, oneindig groot;
Zijn waarheid wankelt nimmermeer.
Zingt, Hallelujah, zingt Zijn eer!
Psalm 18 vers: 0, 9 en 15
Voorzang
Nu zal mijn ziel, nu zullen al mijn zinnen,
O God, mijn sterkt', U hartelijk beminnen.
Mijn steenrots, burcht en helper is de HEER,
Mijn God, mijn rots, mijn zaligheid, mijn eer.
Ik kan met U door sterke benden dringen,
Met mijnen God zelfs over muren springen.
Des HEEREN weg is gans volmaakt en recht;
Doorlouterd, rein en trouw al wat Hij zegt.
Hij is een schild en schutsheer voor den vrome,
Voor wie tot Hem de toevlucht heeft genomen,
Wie is een God, als Hij, in tegenheên?
Wie is een rots, dan onze God alleen?
Daarom, o HEER, zal ik U eer bewijzen;
Bij 't heidendom Uw naam eerbiedig prijzen
Met psalmgezang, daar 't hart door wordt geraakt,
Hij heeft het heil Zijns Konings groot gemaakt;
Hij wil Zijn gunst aan Zijn gezalfde schenken;
Aan David en zijn nakroost eeuwig denken.
Psalm 27 vers: 1 en 7
God is mijn licht, mijn heil; wien zou ik vrezen?
Hij is de HEER, die hulp verschaft in nood;
Mijn levenskracht; 'k heb niet vervaard te wezen:
Hij is't ,die mij beveiligt voor den dood.
Wanneer de macht der bozen sloeg aan 't woên,
En aanrukt', om zich met mijn vlees te voên.
Stiet zelf dit rot, dat mij benauwt en haat,
Den voet, en viel; omdat het God verlaat.
Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven
Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou,
Mijn God, waar was mijn hoop, mijn moed, gebleven?
Ik was vergaan in al mijn smart en rouw.
Wacht op den HEER, godvruchte schaar, houd moed:
Hij is getrouw, de bron van alle goed;
Zo daalt Zijn kracht op u in zwakheid neer;
Wacht dan, ja wacht, verlaat u op den HEER.
Psalm 98 vers: 3
Doet bij uw harp de psalmen horen;
Uw juichstem geev' den HEERE dank;
Laat klinken, door uw tempelkoren,
Trompetten en bazuingeklank;
Dat 's HEEREN huis van vreugde druise
Voor Isrels grote Opperheer;
De zee met hare volheid bruise,
De ganse wereld geev' Hem eer.
Openbaring 1: 9 - 20
Ik, Johannes, die ook uw broeder ben, en medegenoot in de verdrukking, en in het Koninkrijk, en in de lijdzaamheid van Jezus Christus, was op het eiland, genaamd Patmos, om het Woord Gods, en om de getuigenis van Jezus Christus.
En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,
Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea.
En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren;
En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel;
En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs;
En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.
En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.
En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij leide Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.
Schrijf, hetgeen gij gezien hebt, en hetgeen is, en hetgeen geschieden zal na dezen:
De verborgenheid der zeven sterren, die gij gezien hebt in Mijn rechter hand, en de zeven gouden kandelaren. De zeven sterren zijn de engelen der zeven Gemeenten; en de zeven kandelaren, die gij gezien hebt, zijn de zeven Gemeenten.