28 April 2024 Liturgie 28-04-2024 09:30

Voorganger: ds. L. Wüllschleger uit Ermelo
Voorzang:
Psalm 103 vers: 8 en 9
  1. Gelijk het gras is ons kortstondig leven,
    Gelijk een bloem, die op het veld verheven,
    Wel sierlijk pronkt, maar kracht'loos is en teêr;
    Wanneer de wind zich over 't land laat horen,
    Dan knakt haar steel, haar schoonheid gaat verloren;
    Men kent en vindt haar standplaats zelfs niet meer. 
  1. Maar 's HEEREN gunst zal over die Hem vrezen,
    In eeuwigheid altoos dezelfde wezen;
    Zijn trouw rust zelfs op 't late nageslacht,
    Dat zijn verbond niet trouweloos wil schenden,
    Noch van Zijn wet afkerig d' oren wenden,
    Maar die, naar eis van Gods verbond, betracht. 
Psalm 98 vers: 1 en 2
  1. Zingt, zingt een nieuw gezang den HEERE,
    Dien groten God, die wond'ren deed;
    Zijn rechterhand, vol sterkt' en ere,
    Zijn heilig' arm wrocht heil na leed.
    Dat heil heeft God nu doen verkonden;
    Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid,
    Zo vlekkeloos en ongeschonden,
    Voor 't heidendom ten toon gespreid. 
  1. Hij heeft gedacht aan Zijn genade,
    Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt;
    Dit slaan al 's aardrijks einden gade,
    Nu onze God Zijn heil ons schenkt.
    Juich dan den HEER met blijde galmen,
    Gij ganse wereld, juich van vreugd;
    Zing vrolijk in verheven psalmen
    Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt. 
Tien geboden des Heeren vers: 9
  1. Och, of wij Uw geboôn volbrachten!
    Genâ, o hoogste Majesteit!
    Gun door 't geloof in Christus krachten,
    Om die te doen uit dankbaarheid. 
Psalm 25 vers: 2 en 4
  1. HEER, ai, maak mij Uwe wegen,
    Door Uw woord en Geest bekend;
    Leer mij, hoe die zijn gelegen,
    En waarheen G' Uw treden wendt,
    Leid mij in Uw waarheid, leer
    IJv'rig mij Uw wet betrachten;
    Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
    'k Blijf U al den dag verwachten.
  1. 's HEEREN goedheid kent geen palen;
    God is recht, dus zal Hij door
    Onderwijzing hen, die dwalen,
    Brengen in het rechte spoor.
    Hij zal leiden 't zacht gemoed
    In het effen recht des HEEREN.
    Wie Hem need'rig valt te voet,
    Zal van Hem zijn wegen leren. 
Psalm 130 vers: 2 en 3
  1. Zo Gij in 't recht wilt treden,
    O HEER, en gadeslaan
    Onz' ongerechtigheden,
    Ach, wie zal dan bestaan?
    Maar neen, daar is vergeving
    Altijd bij U geweest;
    Dies wordt Gij, HEER, met beving,
    Recht kinderlijk gevreesd. 
  1. Ik blijf den HEER verwachten;
    Mijn ziel wacht ongestoord;
    Ik hoop, in al mijn klachten,
    Op Zijn onfeilbaar woord;
    Mijn ziel, vol angst en zorgen,
    Wacht sterker op den HEER,
    Dan wachters op den morgen;
    Den morgen, ach, wanneer? 
Psalm 72 vers: 9 en 11
  1. De stedelingen zullen bloeien,
    Gelijk het malse kruid.
    Zijn naam en roem zal eeuwig groeien;
    Ook zal, eeuw in, eeuw uit,
    Het nageslacht Zijn grootheid zingen,
    Zolang het zonlicht schijn',
    Hun zal een schat van zegeningen,
    In Hem, ten erfdeel zijn. 
  1. Zijn Naam moet eeuwig eer ontvangen;
    Men loov' Hem vroeg en spâ;
    De wereld hoor', en volg' mijn zangen,
    Met Amen, Amen na. 
Johannes 16: 5 - 15
  1. En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen?
  2. Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid uw hart vervuld.
  3. Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.
  4. En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel:
  5. Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;
  6. En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien;
  1. En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
  2. Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen.
  3. Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
  4. Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
  5. Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen.
Tekst: Johannes 16: 8-11
Wilhelmus couplet 1 en 6

1 Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij, onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.


6 Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik doch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.