21 April 2024 Liturgie 21-04-2024 18:30

Voorganger ds. J. Lohuis uit Scherpenisse
Voorzang:
Psalm 48 vers: 4
  1. Wij, o verheven Majesteit,
    Gedenken Uw weldadigheid
    In't midden van Uw heil'ge woning.
    Gelijk Uw naam is, grote Koning,
    Bij ons terecht geprezen,
    Zo is Uw roem gerezen,
    En bij de volken zeer vermaard,
    Tot aan het uiterst' eind der aard.
    Uw rechterhand, die't kwaad niet duldt,
    Is met gerechtigheid vervuld. 
Gebed des Heeren vers: 3 en 9
  1. Uw koninkrijk koom' toch, o HEER!
    Ai, werp den troon des satans neer;
    Regeer ons door Uw Geest en Woord;
    Uw lof word' eens alom gehoord,
    En d' aarde met Uw vrees vervuld,
    Totdat G' Uw rijk volmaken zult. 
  1. Want Uw is 't Koninkrijk, o HEER,
    Uw is de kracht, Uw is al d' eer.
    U, die ons helpen wilt en kunt,
    Die, in Uw Zoon, verhoring gunt,
    Die door Uw Geest ons troost en leidt,
    U zij de lof in eeuwigheid. 
Psalm 149 vers: 1
  1. Looft, looft den HEER, dien, onbedwongen,
    Een nieuw gezang zij toegezongen,
    In 't midden Zijner gunstelingen,
    Die Hem ter ere zingen.
    Dat Israël, met blijden klank,
    Zijn milden Schepper loov' en dank';
    Dat Sions kroost, met lofgejuich,
    Zich voor zijn Koning buig'. 
Psalm 65 vers: 4 en 5
  1. O onze God, o vast vertrouwen
    Van 't allerverste land,
    Op Wien al 's aardrijks einden bouwen
    En 't wijdstgelegen strand;
    Gij, die de hemelhoge bergen
    Doet pal staan door Uw kracht,
    Zodat zij vloed en stormen tergen,
    Gij zijt omgord met macht. 
  1. 't Gebruis der zee doet Gij bedaren,
    Daar Gij haar golven stilt;
    't Rumoer der volken, als der baren,
    Betoomt Gij, waar Gij wilt.
    Wie d' einden dezer aard' bewonen,
    Aanschouwen, dag aan dag,
    De teek'nen, die Uw almacht tonen,
    Met vrees en diep ontzag. 
Psalm 119 vers: 13
  1. Hoe kleeft mijn ziel aan 't stof! Ai, zie mijn nood;
    Herstel mij, doe mij naar Uw woord herleven.
    'k Lei voor Uw oog mijn weg en handel bloot;
    En welk een angst mij immermeer deed beven,
    Gij hebt verhoord; maak voorts Uw weldaân groot,
    En laat Uw wet mij onderrichting geven. 
Psalm 107 vers: 22
  1. Wie wijs is, merk' die dingen,
    En geev' verstandig acht
    Op 's HEEREN handelingen,
    Zo vol van gunst als macht! 
Lukas 21: 5 - 34
  1. En als sommigen zeiden van den tempel, dat hij met schone stenen en begiftigingen versierd was, zeide Hij:
  2. Wat deze dingen aangaat, die gij aanschouwt, er zullen dagen komen, in welke niet een steen op den anderen steen zal gelaten worden, die niet zal worden afgebroken.
  3. En zij vraagden Hem, zeggende: Meester, wanneer zullen dan deze dingen zijn, en welk is het teken, wanneer deze dingen zullen geschieden?
  4. En Hij zeide: Ziet, dat gij niet verleid wordt; want velen zullen er komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en de tijd is nabij gekomen, gaat dan hen niet na.
  5. En wanneer gij zult horen van oorlogen en beroerten, zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst geschieden; maar nog is terstond het einde niet.
  6. Toen zeide Hij tot hen: Het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk.
  7. En er zullen grote aardbevingen wezen in verscheidene plaatsen, en hongersnoden, en pestilentien; er zullen ook schrikkelijke dingen, en grote tekenen van den hemel geschieden.
  8. Maar voor dit alles, zullen zij hun handen aan ulieden slaan, en u vervolgen, u overleverende in de synagogen en gevangenissen; en gij zult getrokken worden voor koningen en stadhouders, om Mijns Naams wil.
  9. En dit zal u overkomen tot een getuigenis.
  10. Neemt dan in uw harten voor, van te voren niet te overdenken, hoe gij u verantwoorden zult;
  11. Want Ik zal u mond en wijsheid geven, welke niet zullen kunnen tegenspreken, noch wederstaan allen, die zich tegen u zetten.
  12. En gij zult overgeleverd worden ook van ouders, en broeders, en magen, en vrienden; en zij zullen er sommigen uit u doden.
  13. En gij zult van allen gehaat worden om Mijns Naams wil.
  14. Doch niet een haar uit uw hoofd zal verloren gaan.
  15. Bezit uw zielen in uw lijdzaamheid.
  1. Maar wanneer gij zien zult, dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt, zo weet alsdan, dat haar verwoesting nabij gekomen is.
  2. Alsdan die in Judea zijn, dat zij vlieden naar de bergen; en die in het midden van dezelve zijn, dat zij daaruit trekken; en die op de velden zijn, dat zij in dezelve niet komen.
  3. Want deze zijn dagen der wraak, opdat alles vervuld worde, dat geschreven is.
  4. Doch wee den bevruchten en den zogenden vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in het land, en toorn over dit volk.
  5. En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn.
  6. En er zullen tekenen zijn in de zon, en maan, en sterren, en op de aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de zee en watergolven groot geluid zullen geven;
  7. En den mensen het hart zal bezwijken van vrees en verwachting der dingen, die het aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen zullen bewogen worden.
  8. En alsdan zullen zij den Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.
  9. Als nu deze dingen beginnen te geschieden, zo ziet omhoog, en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is.
  10. En Hij zeide tot hen een gelijkenis: Ziet den vijgeboom, en al de bomen.
  11. Wanneer zij nu uitspruiten, en gij dat ziet, zo weet gij uit uzelven, dat de zomer nu nabij is.
  12. Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het Koninkrijk Gods nabij is.
  13. Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn.
  14. De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
  15. En wacht uzelven, dat uw harten niet te eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap, en zorgvuldigheden dezes levens, en dat u die dag niet onvoorziens over kome.