01 June 2025 Liturgie 01-06-2025 09:30

Voorganger ds. J. Prins uit Middelburg
Voorzang:
Psalm 80 vers: 11
  1. Behoud ons, HEER der legermachten,
    Zo zullen w' ons voor afval wachten;
    Zo knielen w' altoos voor U neer.
    Getrouwe Herder, breng ons weer;
    Verlos ons, toon ons 't lieflijk licht
    Van Uw vertroostend aangezicht. 
Psalm 25 vers: 2 en 6
  1. HEER, ai, maak mij Uwe wegen,
    Door Uw woord en Geest bekend;
    Leer mij, hoe die zijn gelegen,
    En waarheen G' Uw treden wendt,
    Leid mij in Uw waarheid, leer
    IJv'rig mij Uw wet betrachten;
    Want Gij zijt mijn heil, o HEER,
    'k Blijf U al den dag verwachten.
  1. Wie heeft lust den HEER te vrezen,
    't Allerhoogst en eeuwig goed?
    God zal Zelf zijn Leidsman wezen;
    Leren, hoe hij wand'len moet.
    't Goed, dat nimmermeer vergaat,
    Zal hij ongestoord verwerven,
    En zijn Godgeheiligd zaad
    Zal 't gezegend aard'rijk erven. 
Psalm 143 vers: 1 en 10
  1. O HEER, wil mijn gebeden horen;
    Neig tot mijn smeken gunstig' oren;
    Verhoor m', o Oppermajesteit,
    Om Uwe trouw, aan mij gezworen;
    Verhoor m' om Uw gerechtigheid. 
  1. Leer mij, o God van zaligheden,
    Mijn leven in Uw dienst besteden;
    Gij zijt mijn God, vat Gij mijn hand;
    Uw goede Geest bestier' mijn schreden,
    En leid' mij in een effen land. 
Psalm 119 vers: 3 en 9
  1. Och, schonkt Gij mij de hulp van Uwen Geest!
    Mocht die mij op mijn paân ten leidsman strekken!
    'k Hield dan Uw wet, dan leefd' ik onbevreesd;
    Dan zou geen schaamt' mijn aangezicht bedekken,
    Wanneer ik steeds opmerkend waar' geweest,
    Hoe Uw geboôn mij tot Uw liefde wekken. 
  1. Doe bij Uw knecht weldadigheid, o HEER,
    Opdat ik leev', Uw woorden moog' bewaren,
    En dat Uw Geest mij ware wijsheid leer',
    Mijn oog verlicht', de nevels op doe klaren;
    Dat mijne ziel de wond'ren zie en eer',
    Die in Uw wet alom zich openbaren. 
Psalm 71 vers: 16 en 17
  1. Gij zult met luister mij omringen,
    Mij troosten in mijn smart.
    Dan zal ik, blij van hart,
    Met luit en harp Uw goedheid zingen,
    O heilig Opperwezen,
    Door Israël geprezen. 
  1. Mijn lippen zullen juichend roemen,
    In psalmen, U gewijd,
    Dat Gij mijn helper zijt;
    Mijn tong zal U mijn redder noemen;
    Uw gunst den Godgetrouwen,
    Den gansen dag ontvouwen. 
Gebed des Heeren vers: 3 en 9
  1. Uw koninkrijk koom' toch, o HEER!
    Ai, werp den troon des satans neer;
    Regeer ons door Uw Geest en Woord;
    Uw lof word' eens alom gehoord,
    En d' aarde met Uw vrees vervuld,
    Totdat G' Uw rijk volmaken zult. 
  1. Want Uw is 't Koninkrijk, o HEER,
    Uw is de kracht, Uw is al d' eer.
    U, die ons helpen wilt en kunt,
    Die, in Uw Zoon, verhoring gunt,
    Die door Uw Geest ons troost en leidt,
    U zij de lof in eeuwigheid. 
Johannes 16: 1 - 15
  1. Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij niet geergerd wordt.
  2. Zij zullen u uit de synagogen werpen; ja, de ure komt, dat een iegelijk, die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen.
  3. En deze dingen zullen zij u doen, omdat zij den Vader niet gekend hebben, noch Mij.
  4. Maar deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat, wanneer de ure zal gekomen zijn, gij dezelve moogt gedenken, dat Ik ze u gezegd heb; doch deze dingen heb Ik u van het begin niet gezegd, omdat Ik bij ulieden was.
  5. En nu ga Ik heen tot Dengene, die Mij gezonden heeft, en niemand van u vraagt Mij: Waar gaat Gij henen?
  6. Maar omdat Ik deze dingen tot u gesproken heb, zo heeft de droefheid uw hart vervuld.
  7. Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden.
  8. En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel:
  1. Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven;
  2. En van gerechtigheid, omdat Ik tot Mijn Vader heenga, en gij zult Mij niet meer zien;
  3. En van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is.
  4. Nog vele dingen heb Ik u te zeggen, doch gij kunt die nu niet dragen.
  5. Maar wanneer Die zal gekomen zijn, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet spreken, maar zo wat Hij zal gehoord hebben, zal Hij spreken, en de toekomende dingen zal Hij u verkondigen.
  6. Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.
  7. Al wat de Vader heeft, is Mijn; daarom heb Ik gezegd, dat Hij het uit het Mijne zal nemen, en u verkondigen.
Tekst: Johannes 16: 5-15

Thema: "De hemelse Trooster,"