21 December 2025 Liturgie 21-12-2025 09:30

Voorganger ds. J. Muller uit Hardinxveld-Giessendam
Voorzang:
Lofzang van Maria vers: 3
  1. Hoe heilig is Zijn naam!
    Laat volk bij volk te zaâm
    Barmhartigheid verwachten;
    Nu Hij de zaligheid,
    Voor die Hem vreest, bereidt,
    Door al de nageslachten. 
Lofzang van Zacharias vers: 3
  1. Hij speld' ons, dat wij t' allen tijd,
    Wanneer die blijde heildag rees,
    Van 's vijands dienstbaar juk bevrijd,
    Hem dienen zouden zonder vrees,
    Naar 't heilig recht, in ware deugd.
    O dierbaar kind, o stof van vreugd,
    Geschenk van 't Alvermogen,
    Elk noem' u Gods profeet, en geev' u eer;
    Gij treedt voor 't aanschijn van den HEER,
    En baant Zijn weg door leven en door leer. 
Psalm 6 vers: 1 en 2
  1. O HEER', Gij zijt welda - - dig;
    Straf mij niet ongenadig
    In Uwen toornegloed,
    Ai, matig Uw kastijden;
    Sla mij met medelijden,
    Gelijk een vader doet. 
  1. Vergeef mij al mijn zon - den,
    Die Uwe hoogheid schonden;
    Ik ben verzwakt, o HEER!
    Genees mij, red mijn leven;
    Gij ziet mijn beend'ren beven;
    Zo slaat Uw hand mij neer. 
Psalm 71 vers: 11, 12 en 13
  1. Ik zal blijmoedig henen treden
    In 's HEEREN mogendheid.
    Mijn hart is uitgebreid,
    O HEER, om Uw gerechtigheden,
    Ja die alleen, te prijzen,
    Op aangename wijzen. 
  1. Gij hebt mij van mijn kindse dagen
    Geleid en onderricht;
    Nog blijf ik naar mijn plicht
    Van Uwe wond'ren blij gewagen;
    O God, wil mij bewaren
    Bij 't klimmen mijner jaren. 
  1. Blijf mij in mijne grijsheid sterken;
    Verkwik mijn ouderdom;
    Bewaak mij van rondom;
    Zo meld' ik dit geslacht Uw werken;
    Zo zal 'k Uw grootheid zingen
    Voor hun nakomelingen. 
Psalm 72 vers: 8
  1. Zo moet de Koning eeuwig leven!
    Bidt elk met diep ontzag;
    Men zal Hem 't goud van Scheba geven,
    Hem zeeg'nen, dag bij dag.
    Is op het land een handvol koren,
    Gekoesterd door de zon,
    't Zal op 't gebergt' geruis doen horen,
    Gelijk de Libanon. 
Psalm 98 vers: 4
  1. Laat al de stromen vrolijk zingen,
    De handen klappen naar omhoog;
    't Gebergte vol van vreugde springen
    En hupp'len voor des HEEREN oog:
    Hij komt, Hij komt, om d' aard' te richten,
    De wereld in gerechtigheid;
    Al 't volk, daar 't wreed geweld moet zwichten,
    Wordt in rechtmatigheid geleid. 
Lukas 1: 5 - 20
  1. In de dagen van Herodes, den koning van Judea, was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde van Abia; en zijn vrouw was uit de dochteren van Aaron, en haar naam Elizabet.
  2. En zij waren beiden rechtvaardig voor God, wandelende in al de geboden en rechten des Heeren, onberispelijk.
  3. En zij hadden geen kind, omdat Elizabet onvruchtbaar was, en zij beiden verre op hun dagen gekomen waren.
  4. En het geschiedde, dat, als hij het priesterambt bediende voor God, in de beurt zijner dagorde.
  5. Naar de gewoonte der priesterlijke bediening, hem te lote was gevallen, dat hij zoude ingaan in den tempel des Heeren om te reukofferen.
  6. En al de menigte des volks was buiten, biddende, ten ure des reukoffers.
  7. En van hem werd gezien een engel des Heeren, staande ter rechter zijde van het altaar des reukoffers.
  8. En Zacharias, hem ziende, werd ontroerd, en vreze is op hem gevallen.
  1. Maar de engel zeide tot hem: Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren, en gij zult zijn naam heten Johannes.
  2. En u zal blijdschap en verheuging zijn, en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden.
  3. Want hij zal groot zijn voor den Heere; noch wijn, noch sterken drank zal hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijner moeders lijf aan.
  4. En hij zal velen der kinderen Israels bekeren tot den Heere, hun God.
  5. En hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk.
  6. En Zacharias zeide tot den engel: Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw is verre op haar dagen gekomen.
  7. En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriel, die voor God sta, en ben uitgezonden, om tot u te spreken, en u deze dingen te verkondigen.
  8. En zie, gij zult zwijgen, en niet kunnen spreken, tot op den dag, dat deze dingen geschied zullen zijn; om dies wil, dat gij mijn woorden niet geloofd hebt, welke vervuld zullen worden op hun tijd.
Tekst: Lukas 1:15-17