28 July 2024 Liturgie 28-07-2024 09:30

Voorganger ds. W. van Weelden uit Dordrecht
Voorzang:
Psalm 87 vers: 1 en 3
  1. Zijn grondslag, zijn onwrikb're vastigheden
    Heeft God gelegd op bergen, Hem gewijd;
    De HEER, die Zich in Sions heil verblijdt,
    Bemint het meer dan alle Jacobs steden. 
  1. De Filistijn, de Tyriër, de Moren,
    Zijn binnen u, o Godsstad, voortgebracht;
    Van Sion zal het blijde nageslacht
    Haast zeggen: Deez' en die is daar geboren. 
Psalm 138 vers: 1 en 3
  1. 'k Zal met mijn ganse hart Uw eer
    Vermelden, HEER,
    U dank bewijzen;
    'k Zal U in 't midden van de goôn,
    Op hogen toon,
    Met psalmen prijzen;
    Ik zal mij buigen, op Uw eis,
    Naar Uw paleis,
    Het hof der ho - ven,
    En, om Uw gunst en waarheid saâm,
    Uw groten naam
    Eerbiedig loven. 
  1. Dan zingen zij, in God verblijd,
    Aan Hem gewijd,
    Van 's HEEREN wegen;
    Want groot is 's HEEREN heerlijkheid,
    Zijn Majesteit
    Ten top gestegen;
    Hij slaat toch, schoon oneindig hoog,
    Op hen het oog,
    Die need'rig knie - len;
    Maar ziet van ver met gramschap aan
    Den ijd'len waan
    Der trotse zielen. 
Psalm 79 vers: 4
  1. Gedenk niet meer aan 't kwaad, dat wij bedreven;
    Onz' euveldaad word' ons uit gunst vergeven;
    Waak op, o God, en wil van verder lijden
    Ons klein getal door Uwe kracht bevrijden.
    Help ons, barmhartig HEER,
    Uw groten naam ter eer;
    Uw trouw koom' ons te stade;
    Verzoen de zware schuld,
    Die ons met schrik vervult;
    Bewijs ons eens genade! 
Psalm 125 vers: 1, 2, 3 en 4
  1. Hij zal noch wank'len, noch bezwijken,
    Die op den HEER vertrouwt,
    En op Zijn goedheid bouwt;
    Hij zal, als Sions berg, nooit wijken,
    Wiens grondslag door geen aards vermogen
    Ooit wordt bewogen. 
  1. Gelijk 't gebergt', dat, hoog gerezen,
    Om Salem ligt gespreid,
    Zo is, in eeuwigheid,
    De HEER rondom hen, die Hem vrezen;
    Rondom Zijn volk, 't welk Hij wil hoeden
    Voor tegenspoeden. 
  1. Want hoe de bozen zich doen schromen
    Door wrede heerschappij,
    Nog zal hun dwing'landij
    Niet rusten op het lot der vromen,
    Opdat zij nooit, van 't recht geweken,
    Zichzelven wreken. 
  1. Geef, HEER, den goeden Uwen zegen;
    Doe wèl aan 't vroom gemoed;
    Maar hem, die onrecht doet,
    En die zich neigt tot kromme wegen,
    Zal God verdoen; doch Isrel leven
    En vrede geven. 
Psalm 37 vers: 2
  1. Stel op den HEER in alles uw betrouwen;
    Betracht uw plicht; bewoon het aardrijk; leer
    Uw welvaart op Gods trouw volstandig bouwen;
    Verlustig u met blijdschap in den HEER;
    Dan zal Hij u in liefd' en gunst aanschouwen,
    U schenken, wat uw hart van Hem begeer'. 
Psalm 121 vers: 1, 2 en 4
  1. 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen,
    Vanwaar ik dag en nacht
    Des Hoogsten bijstand wacht.
    Mijn hulp is van den HEER alleen,
    Die hemel, zee en aarde
    Eerst schiep, en sinds bewaarde. 
  1. Hij is, al treft u 't felst verdriet,
    Uw wachter, die uw voet
    Voor wankelen behoedt;
    Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
    Geen kwaad zal u genaken;
    De HEER zal u bewaken. 
  1. De HEER zal u steeds gadeslaan,
    Opdat Hij in gevaar,
    Uw ziel voor ramp bewaar';
    De HEER, 't zij g' in of uit moogt gaan,
    En waar g' u heen moogt spoeden,
    Zal eeuwig u behoeden. 
Psalmen 125: 1 - 5
  1. Een lied Hammaaloth. Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid.
  2. Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid.
  3. Want de scepter der goddeloosheid zal niet rusten op het lot der rechtvaardigen; opdat de rechtvaardigen hun handen niet uitstrekken tot onrecht.
  1. HEERE! doe den goeden wel, en dengenen, die oprecht zijn in hun harten.
  2. Maar die zich neigen tot hun kromme wegen, die zal de HEERE weg doen gaan met de werkers der ongerechtigheid. Vrede zal over Israel zijn!
Tekst: Psalm 125: 1 en 2