Psalm 138

  1. Ik loof U, HEER, met hart en ziel. Terwijl ik kniel zal ik U eren. Mijn loflied hef ik dankbaar aan ten overstaan van wie regeren. Ik buig mij richting uw paleis. Uitbundig prijs ik al uw werken. Toen ik U riep, hebt U verhoord. U hield uw woord door mij te sterken.
Door de copyrights van de De Nieuwe Psalmberijming kunnen we u hier niet alle verzen tonen. U kunt de verzen van de De Nieuwe Psalmberijming wel toevoegen aan uw liturgie.