O God, die onze Vader zijt;
Die t' allen tijd,
Ons Uwe tegenwoordigheid,
In Christus, wilt betonen,
Wanneer men, in Uw naam vergaard,
Uw Woord verklaart;
Zie ons nu saâm daartoe bereid;
Uw Geest koom' bij ons wonen;
Ontsluit des dienaars hart en mond;
Wil hem en ons verlichten,
Opdat hij, uit Uw heilverbond,
Zichzelf en ons moog' stichten,
En wij, op Uwe leer gegrond,
Ons leven daarnaar richten.