1. Een koning houdt een land in stand door recht,maar wie veel belasting heft, breekt het af.
  2. Een man die zijn naaste vleit,spreidt een net voor diens voetstappen.
  3. In de overtreding van een boosaardige man ligt een valstrik,maar een rechtvaardige juicht en verblijdt zich.
  1. Wie na bestraffingen halsstarrig is,zal opeens gebroken worden, en er zal geen genezing meer zijn.
  2. Als rechtvaardigen groot worden, verblijdt het volk zich,maar als een goddeloze heerst, zucht het volk.
  3. Een man die wijsheid liefheeft, verblijdt zijn vader,maar wie met hoeren omgaat, doet bezit vergaan.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.