1. Een kwaaddoener slaat acht op bedrieglijke lippen,een leugenaar hoort een verderfelijke tong aan.
  2. Wie de arme bespot, smaadt diens Maker,wie zich verblijdt over iemands ongeluk, zal niet voor onschuldig gehouden worden.
  3. Kleinkinderen zijn de kroon van de ouderen,en het sieraad van kinderen zijn hun vaders.
  1. Beter een droog stuk brood met rust erbij,dan een huis vol geslachte dieren met onenigheid.
  2. Een verstandige dienaar zal heersen over een zoon die beschaamd maakt,te midden van de broers zal hij in de erfenis delen.
  3. Een smeltkroes is er voor het zilver en een oven voor het goud,maar de HEERE beproeft de harten.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.