1. Haar profeten zijn lichtzinnig,mannen vol trouweloosheid.Haar priesters ontheiligen het heilige,zij doen de wet geweld aan.
  2. De rechtvaardige HEERE is in haar midden,Hij doet geen onrecht.Elke morgen brengt Hij Zijn recht aan het licht,er ontbreekt niets aan.Maar wie onrecht doet, kent geen schaamte.
  3. Ik heb heidenvolken uitgeroeid,hun hoektorens zijn verwoest.Ik heb hun straten leeggemaakt,niemand trekt er nog doorheen.Hun steden liggen in puin;er is niemand meer,geen enkele inwoner.
  1. Wee de rebelse, de besmette,de stad die onderdrukt!
  2. Zij luistert niet naar de roepstem,geen vermaning aanvaardt zij.Op de HEERE vertrouwt zij niet,tot haar God nadert zij niet.
  3. Haar vorsten zijn in haar middenbrullende leeuwen.Haar rechters zijn avondwolven,die tegen de morgen niets meer te knagen hebben.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.