1. Zeker, zij beraadslagen om hem van zijn hoogte af te stoten.Zij scheppen behagen in leugen;met hun mond zegenen zij,maar in hun binnenste vervloeken zij. Sela
  2. Zeker, mijn ziel, zwijg voor God,want van Hem is mijn verwachting.
  3. Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen.
  1. Zeker, mijn ziel is stil voor God;van Hem is mijn heil.
  2. Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil,mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen.
  3. Hoelang bedenkt u nog kwaad tegen een man?U zult allen gedood worden;u zult zijn als een hellende wand,een instortende muur.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.