1. Op U hebben onze vaderen vertrouwd,zij hebben vertrouwd en U hebt hen bevrijd.
  2. Tot U hebben zij geroepen en zij zijn gered,op U hebben zij vertrouwd en zij zijn niet beschaamd.
  3. Maar ik ben een worm en geen man,een smaad van mensen en veracht door het volk.
  1. Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten,bent U ver van mijn verlossing, van de woorden van mijn jammerklacht?
  2. Mijn God, ik roep overdag, maar U antwoordt niet,en 's nachts, maar ik vind geen stilte.
  3. Maar U bent heilig,U troont op de lofzangen van Israël.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.