Banden van de dood hadden mij omvangen,beken van verderf joegen mij angst aan.
Banden van het graf omringden mij,valstrikken van de dood bedreigden mij.
In mijn nood riep ik de HEERE aan,ik riep tot mijn God;Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis,mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.
Hij zei:Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte.
De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder,mijn God, mijn rots, tot Wie ik de toevlucht neem,mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting.
Ik riep de HEERE aan, Die te prijzen is,en werd verlost van mijn vijanden.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.