1. Groot wordt het leed van hen die andere goden geschenken geven;ik echter giet geen plengoffers van bloed voor ze uiten neem de namen ervan niet op mijn lippen.
  2. De HEERE is mijn enig deel en mijn beker.U onderhoudt wat het lot mij toewees.
  3. De meetsnoeren zijn voor mij in lieflijke plaatsen gevallen,ja, een prachtig erfelijk bezit heb ik gekregen.
  1. Bewaar mij, o God,want ik heb tot U de toevlucht genomen.
  2. Mijn ziel, u hebt tegen de HEERE gezegd: U bent de Heere;mijn goedheid is niet voor U,
  3. maar voor de heiligen die op de aarde zijn,en de machtigen, in wie ik al mijn vreugde vind.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.