Voor mijn liefde klagen zij mij aan,maar ik was steeds in gebed.
Zij hebben kwaad over mij gebracht in plaats van goed,en haat in plaats van mijn liefde.
Stel een goddeloze over hem aanen moge de satan aan zijn rechterhand staan.
O God van mijn lofzang, zwijg niet.
Want de mond van de goddelozeen de mond van bedrog zijn tegen mij geopend,met valse tong hebben zij met mij gesproken.
Met hatelijke woorden hebben zij mij omringd,ja, zij hebben mij zonder reden bestreden.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.