1. Want die komt tevergeefs ter wereld,gaat heen in duisternisen zijn naam wordt in de duisternis bedekt.
  2. Ook heeft hij de zon niet gezienof gekend:hij heeft meer rust dan die man.
  3. Ja, al leefde hij tweemaal duizend jaar,maar hij had het goede niet gezien –gaan zij niet allen naar een en dezelfde plaats?
  1. Er is een kwaad dat ik gezien heb onder de zon, en het komt veel voor onder de mensen:
  2. een man, aan wie God rijkdom, bezittingen en eer geeft, heeft voor zichzelf geen gebrek aan al wat hij verlangt, maar God staat hem niet toe iets ervan te gebruiken. Iemand anders, een onbekende, verbruikt het. Dat is vluchtig. Een bittere kwelling is dat.
  3. Als iemand honderd kinderen verwekten vele jaren leeft,zodat de dagen van zijn jaren vele zijn,maar hij zichzelf niet verzadigt met het goede,en er zelfs geen graf voor hem is,dan is, zeg ik, een misgeboorte beter af dan hij.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.