1. En de rook van het reukwerk steeg, met de gebeden van de heiligen, uit de hand van de engel op tot vóór God.
  2. En de engel nam het wierookvat en vulde dat met het vuur van het altaar en wierp het op de aarde, en er kwamen stemmen, donderslagen, bliksemstralen en een aardbeving.
  3. En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen.
  1. En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een halfuur.
  2. En ik zag de zeven engelen die vóór God stonden en aan hen werden zeven bazuinen gegeven.
  3. En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan. Aan hem werd veel reukwerk gegeven, opdat hij dat samen metde gebeden van alle heiligen op het gouden altaar vóór de troon zou leggen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.