1. En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen: Ga uit haar weg, Mijn volk, opdat u geen deelhebt aan haar zonden, en opdat u niet van haar plagen zult ontvangen.
  2. Want haar zonden hebben zich opgestapeld tot aan de hemel, en God herinnerde Zich haar ongerechtigheden.
  3. Vergeld haar zoals zij ook u vergolden heeft, en vergeld haar dubbel naar haar werken. Schenk in de drinkbeker waarin zij voor anderen ingeschonken heeft, voor haar het dubbele in.
  1. Hierna zag ik een andere engel neerdalen uit de hemel. Hij had grote macht, en de aarde werd verlicht door zijn heerlijkheid.
  2. En hij riep uit met krachtige stem: Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en een woonplaats van demonen geworden, een schuilplaats voor allerlei onreine geesten en een schuilplaats voor allerlei onreine en weerzinwekkende vogels.
  3. Want van de wijn van de toorn van haar hoererij hebben alle volken gedronken, en de koningen van de aarde hebben hoererij met haar bedreven, en de kooplieden van de aarde zijn rijk geworden door de kracht van haar losbandig leven.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.