1. en haar vader van haar gelofte hoort en van haar verplichting, die zij op zich genomen heeft, en haar vader tegen haar zwijgt, dan zijn al haar geloften en elke verplichting die zij op zich genomen heeft, van kracht.
  2. Maar als haar vader haar ervan afhoudt, op de dag dat hij van al haar geloften hoort en van de verplichtingen die zij op zich genomen heeft, dan is het niet van kracht. De HEERE zal het haar vergeven, want haar vader heeft haar ervan afgehouden.
  3. Maar als zij een man heeft, en haar geloften of de onbezonnen uitspraak van haar lippen, waarmee zij een verplichting op zich genomen heeft, op haar rusten,
  1. Mozes sprak tot de hoofden van de stammen van de Israƫlieten: Dit is de zaak die de HEERE geboden heeft:
  2. Wanneer een man de HEERE een gelofte doet of een eed zweert om een verplichting op zich te nemen, dan mag hij zijn woord niet schenden; overeenkomstig alles wat uit zijn mond komt, moet hij doen.
  3. Maar wanneer een vrouw de HEERE een gelofte doet, en in haar jeugd, terwijl ze nog in het huis van haar vader woont, een verplichting op zich neemt,
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.