1. Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen vertroost worden.
  2. Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.
  3. Zalig zijn zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden.
  1. Toen Jezus de menigte zag, ging Hij de berg op, en nadat Hij was gaan zitten, kwamen Zijn discipelen bij Hem.
  2. En Hij opende Zijn mond en onderwees hen. Hij zei:
  3. Zalig zijn de armen van geest, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.