1. Maar Jezus antwoordde hem: Er staat geschreven dat de mens van brood alleen niet zal leven, maar van elk woord van God.
  2. En daarna bracht de duivel Hem op een hoge berg en liet Hem in een ogenblik tijd al de koninkrijken van de wereld zien.
  3. En de duivel zei tegen Hem: Ik zal U al deze macht en de heerlijkheid van deze koninkrijken geven, want die is aan mij overgegeven en ik geef die aan wie ik maar wil;
  1. Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid,
  2. waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en ten slotte, toen die voorbij waren, kreeg Hij honger.
  3. En de duivel zei tegen Hem: Als U Gods Zoon bent, zeg dan tegen deze steen dat hij brood wordt.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.