1. Maar zij zwegen. En Hij greep hem vast, genas hem en liet hem gaan.
  2. En Hij zei, terwijl Hij Zich tot hen richtte: Wie van u zal, wanneer zijn ezel of os in een put valt, deze er niet meteen uittrekken op de dag van de sabbat?
  3. En zij konden Hem daarop geen antwoord geven.
  1. En het gebeurde, toen Hij in het huis van een van de leiders van de Farizeeën gekomen was op een sabbat om brood te eten, dat zij scherp op Hem letten.
  2. En zie, voor Hem stond iemand die leed aan waterzucht.
  3. En Jezus antwoordde en zei tegen de wetgeleerden en Farizeeën: Is het geoorloofd op de sabbat gezond te maken?
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.