1. Op de kandelaar van zuiver goud moet hij de lampen voor het aangezicht van de HEERE voortdurend verzorgen.
  2. Verder moet u meelbloem nemen en er twaalf koeken van bakken. Eén koek moet twee tiende efa zijn.
  3. U moet ze dan in twee rijen leggen, zes per rij, op de tafel die met zuiver goud overtrokken is voor het aangezicht van de HEERE.
  1. De HEERE sprak tot Mozes:
  2. Gebied de Israëlieten dat zij zuivere olie, uit gestoten olijven, naar u toe brengen voor het licht, om voortdurend een lamp te laten branden.
  3. Aäron moet die voor het aangezicht van de HEERE voortdurend verzorgen, van de avond tot de volgende morgen, aan de buitenkant van het voorhangsel van de getuigenis in de tent van ontmoeting. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door.
Door de copyrights van de Herziene Statenvertaling kunnen we u hier slechts enkele verzen laten zien. U kunt de verzen van de Herziene Statenvertaling wel toevoegen aan uw liturgie.